dinsdag 11 mei 2010

RSS-feeds vanuit de samenleving

Het was een nuttige bijeenkomst vandaag (10 mei). Alles is eens op een rijtje gezet en er is (aan het eind van de bijeenkomst, maar ik vermeld het hier) meer duidelijkheid verschaft. De vaagheid waarover ik klaagde hoort bij het proces en is onvermijdelijk. Als het goed is, komt er later structuur in het geheel. Het feit dat er op mijn blog gereageerd wordt door de "leiding" bewijst het nut van deze blog.

Nog even vermelden dat ik getracteerd heb op Marokkaanse koekjes, die ik afgelopen vrijdag gekocht heb bij de Olijven Plaza. En wat ik al vermoedde: voor velen was het hun eerste kennismaking met deze lekkernij. Het zou mooi zijn als dit mensen zou aanmoedigen om zèlf eens een Marokkaanse of Turkse winkel binnen te stappen om eens wat te kopen. Het zou bijvoorbeeld op verjaardagen een leuke afwisseling zijn, om eens geen roomsoezen, vlaaien, of slagroomtaartjes te presenteren! Toevallig had Carolyt zelfgemaakte cakejes meegenomen, omdat ze jarig geweest was. Deze bijeenkomst was dus ook voor de inwendige mens uitermate geslaagd.

We begonnen met een verslagrondje, waarin iedereen kort vertelde wat hij of zij de afgelopen week waargenomen had. Wat viel op? En zo.
Ik heb verteld wat ik in mijn vorige post vermeld heb. En dat er maar twee mensen gereageerd hebben op mijn prijsvraag (inmiddels drie). En dat geen van de twee (drie) antwoorden goed is. De reden voor die prijsvraag is, dat ik hoop dat mensen gaan regaeren op mijn blog. Ruth suggereerde (met een verwijzing naar Museum Boerhaave) dat zoiets misschien aanslaat als je er een terugkerend item van maakt. Zeker iets om te onthouden.

Verder heb ik mijn waarnemingen aangevuld met mijn belevenissen op zaterdag, tijdens kalligrafieles. Daar moet ik hier nog wat verder over uitweiden. Ik heb geprobeerd of ik via mijn docent toegang kon krijgen tot Turkse Gouwenaars. Maar hij kent eigenlijk niet zoveel Turkse Gouwenaars (hij woont zelf in Rotterdam, waar de kalligrafielessen ook zijn). De Turkse gemeenschap is erg klein in Gouda. Maar hij wil mij wel in contact brengen met de Stichting Islam en Dialoog. Wellicht kunnen zij mij verder helpen...?
 

boven: mijn docent Mehmet Killeci (in het midden) met zijn Iraanse vriend (ook kalligraaf)



onder: JW aan het schrijven


















Ik wordt door mijn docent als een soort troetelautochtoon beschouwd en dat levert me dat af en toe presentjes op. Dit keer heb ik van hem een boekje gekregen over Roemi, een 13e-eeuwse islamitische mysticus en filosoof van de tolerantie (een soort islamitische Erasmus dus). Het was een Nederlandstalig boekje en dat bracht mij tot observaties over het taalgebruik van in het Nederlands vertaalde teksten van islamitische origine (niet zo'n mooie omschrijving, maar je begrijpt wat ik bedoel). Het is doorgaans in een heel stroef en moeizaam Nederlands gesteld. Het is een soort Nederlands dat een Nederlander nooit zou schrijven. Het heeft waarschijnlijk enerzijds te maken met de redeneertrant, waaraan men in "het Westen" niet gewend is, maar ook met het feit dat het geschreven is door een niet-native speaker. Je komt het ook tegen in "multiculti-tijdschriften", vooral van niet-Nederlandse origine. Maar of deze observatie van nut zal zijn...? Ik weet het niet.

Hoe gaan we nu verder?
Wat we moeten bereiken is dat wij naar "buiten" gaan, naar de mensen en dat de mensen naar ons toekomen. Halverwege ontmoeten we elkaar en vindt interactie plaats. Daar komen we te weten wat mensen bezighoudt en hoe we daar als instelling op kunnen inspelen.
En dat is het "huiswerk" voor volgende week: hoe komen we eracher wat mensen bezighoudt? En hoe maken we die informatiestroom/-stromen structureel? We moeten als het ware op zoek naar een soort RSS-feeds vanuit de samenleving.
Kom met minstens twee "gebeurtenissen" waarmee men verder zou kunnen gaan. Ik heb daar wel een idee over, maar dat vertel ik later...
Ook komen ondervragings- en interviewtechnieken aan de orde. Nuttig!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten